“Dit artikel heeft enkele zinnen automatisch vertaald. Als u ons wilt helpen deze te corrigeren, stuur dan een e-mail naar contact@nazareneisrael.org“
De Romeinse “christelijke” kalender zegt ons dat de dag begint om middernacht (het middernachtelijk uur). De Bijbel echter zegt ons dat de dag ’s avonds begint.
B’reisheet (Genesis) 1:31b
31b “Het werd avond en het werd morgen, de zesde dag.
Leviticus 23:32 bevestigt dat Yahweh de dag bepaalt van avond tot avond (dus van zonsondergang tot zonsondergang), in plaats van van middernacht tot middernacht.
Vayiqra (Leviticus) 23:32b
32b “Deze dag moet in volstrekte rust (Sabbat) worden doorgebracht, vanaf de avond van de negende dag van de maand tot aan de avond daarop”.
De “Sabbat” waarover het hier gaat is de Grote Verzoendag, maar ook de wekelijkse Sabbat duurt van avond tot avond. Lukas 4:16 zegt ons dat ook Yeshua (Jezus) deze Sabbat hield, die van zonsondergang tot zonsondergang duurt.
Luqa (Lukas) 4:16
16 “Hij kwam ook in Nazareth, waar Hij was opgegroeid en volgens Zijn gewoonte ging Hij naar de synagoge en stond op om voor te lezen.”
Ook de Apostel Paulus ging altijd naar de synagogen op de Sabbat, zelfs vele jaren na Yeshua’s opstanding.
Ma’asei (Handelingen) 13:14
14 “Paulus en zijn gezelschap reisden van Perga door naar een plaats in Pisidië, die ook Antiochië heette en bleven daar een tijd. Op de Sabbat gingen zij naar de synagoge”
In het laatste hoofdstuk zagen we hoe Yeshua ons vertelde dat we niet mochten denken dat de Wet of de Profeten niet meer geldig waren. Er is niets onduidelijk hierover.
Mattityahu (Mattheus) 5:17-19
17 “Denk niet dat Ik ben gekomen om de wetten van Mozes en de woorden van de Profeten af te schaffen. Ik ben juist gekomen om er de volle betekenis aan te geven.
18 Ik zeg U met nadruk : tot de hemelen en de aarde vergaan, zal nog geen letter van de Wet afgedaan worden. Alles moet eerst volbracht zijn.
19 Wie dus ook maar één van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het Koninkrijk van de Hemel”.
Desondanks zegt de Katholieke Kerk dat vermits Yeshua de Wet vervuld heeft, we niet langer de Sabbat en Yahweh’s Feesten dienen te houden, maar in de plaats daarvan de Zondag, Kerstmis en Pasen moeten vieren. Dit is zeer merkwaardig als men bedenkt dat zondag, Kerstmis en Pasen nergens in de Schrift worden bevolen.
Wanneer is de overschakeling van de “avond tot avond” Hebreeuwse kalender naar de “middernacht tot middernacht” Romeinse kalender gebeurd ? Christelijke leerlingen gebruiken dikwijls Handelingen 20:7-11 als een vermeende bewijs-tekst dat de discipelen samenkwamen op de Romeinse (middernacht tot middernacht) Zondag. Dit kan op het eerste zicht correct zijn, maar uiteindelijk blijkt het niet juist.
Ma’asei (Handelingen) 20:7-11
7 “Toen wij ‘s zondags bijeen waren om het brood te breken, sprak Paulus de christenen toe. Omdat hij de volgende morgen wilde vertrekken, ging hij door tot middernacht.
8 Er brandde in de bovenkamer, waar wij bij elkaar waren, een flink aantal olielampen.
9 Eutychus, een jonge man die in de vensterbank zat, viel in slaap. Toen Paulus maar bleef doorspreken, viel hij vanaf de derde verdieping naar beneden. Toen ze hem optilden, bleek hij dood te zijn.
10 Paulus rende de trappen af, liet zich op de jongen vallen en sloeg zijn armen om hem heen. “Huil niet”, zei hij. “De jongen leeft nog.”
11 Paulus ging weer naar boven en brak het brood. Na te hebben gegeten, bleef hij nog een hele tijd spreken. Hij vertrok pas toen het al licht was.
Vermits Judea sinds de 1ste eeuw onder Romeinse heerschappij stond, lijkt het aannemelijk dat de discipelen op Zondag samenkwamen en naar Paulus luisterden gedurende ongeveer 24 uur. Nochtans zijn er enkele dingen die niet kloppen. Waarom zouden er zoveel lampen branden in de bovenkamer als ze samenkwamen op Zondagmorgen? En waarom zouden ze slechts één maaltijd nuttigen in een periode van 24 uur? Rekening houdend met het feit dat Paulus onderwees in een Joodse synagoge, was dit niet zinvol.
Religieuze Joden zijn zeer gehecht aan traditie. Ze aanbidden gewoonlijk in hun synagoge (of tempel) op de Sabbat. Nadat de Sabbat voorbij is gaan ze dikwijls naar het huis van een vriend of familielid voor een maaltijd en gezellig samenzijn, om zo de dag van aanbidding en rust zo lang mogelijk te rekken. Dit is echter geen dag van aanbidding, het is gewoon een verlenging van de Sabbat. Als we in dit licht Handelingen hoofdstuk 20 lezen, is de reden dat er zoveel lampen waren in de bovenkamer, dat ze in eerste instantie samenkwamen na zonsondergang “Zaterdagavond” en dan verder spraken tot zonsopgang “Zondagmorgen”.
Dus als de Zondag-aanbidding niet van de Bijbel komt, van waar dan wel ? De vroegste verwijzing naar “Zondag-aanbidding” komt van de Christelijke apologeet Justin Martyr (circa 150 NC). Bijvoorbeeld, er wordt gezegd dat alle mensen bijeenkwamen om te aanbidden op “de dag die Zondag wordt genoemd” (ter ere van de zon).
En op de dag die Zondag genoemd wordt, zal iedereen die in de steden of op het platteland woont, samenkomen naar één plaats….
(Justin Martyr, First Apology, Hoofdstuk 67 – Wekelijke Aanbidding van de Christenen, circa 150 NC, Biblesoft)
Justin Martyr houdt zich dus aan een gebruik dat verschillend is van wat we in de Schrift vinden, vermits de Bijbel geen namen geeft aan de dagen van de week. Maar eerder de dagen nummert (eerste dag, derde dag enz.), enkel de Sabbat heeft een naam (Shabbat). De term “Shabbat” betekent “de rust” of de “onthouding” (van je eigen zin te doen).
In tegenstelling hiermee zegt Justin Martyr dat de reden waarom zijn gemeente op de Zondag (volgens de Romeinse kalender) aanbidt is, het de dag was waarop Elohim (God) de wereld maakte, en dat het ook de dag was waarop Yeshua voor het eerst verscheen aan Zijn discipelen.
Maar Zondag is de dag waarop we allen onze gezamelijke samenkomst houden, omdat het de eerste dag is waarop God, nadat Hij een wijziging gemaakt had tussen duisternis en materie, de wereld heeft gemaakt : en Jezus Christus onze verlosser op dezelfde dag uit de dood is opgestaan. Want Hij werd gekruisigd op de dag voor Saturn (Zaterdag) ; en op de dag na Saturn, welke de dag is van de Zon, is Hij aan Zijn apostelen en discipelen verschenen. Hij heeft hen deze dingen geleerd, die we nu ook aan U voorleggen ter overweging.
(Justin Martyr, First Apology, Hoofdstuk 67 – Wekelijkse Aaanbidding van de Christenen, circa 150 NC, Biblesoft)
Justin Martyr’s redenen om op Zondag te aanbidden mogen dan goed klinken, behalve dat noch de Messias noch Zijn apostelen op Zondag samenkwamen. En het is ook niet wat de Schepper ons opdraagt te doen, dus de dag van samenkomst veranderen is de benoemde feesttijden veranderen en dus de Wet veranderen). Nochtans begon de Zondag-aanbidding zich stilaan te verspreiden.
Hetzelfde patroon volgend, begon ook het Pascha elk jaar meer en meer plaats te ruimen voor het heidense feest van Pasen (Easter-Ishtar). Eerst werd de datum veranderd, van de 14de Nisan (of Aviv) op de Hebreeuwse kalender, naar de eerste Zondag na de Lente Equinox (wat een zeer belangrijke dag is in heidense Zon-aanbidding kalenders). Uiteindelijk werd de naam van het feest veranderd van Pascha naar Pasen, ter ere van de Babylonische godin-moeder Ishtar (Easter of Ashtoreth). Uiteindelijk werden vruchtbaarheids-rites (zoals eieren in bloed dopen) en andere Zon-aanbidding tradities (zoals voor de Zon bidden bij zonsopgang) binnen gebracht in de aanbidding van die dagen.
De Kerkvader Eusebius laat optekenen dat een grote crisis, de “Quatodecimaanse Controversie” genoemd, uitbarstte toen Bisschop Victor van Rome begon te eisen dat alle gemeenten het Pascha zouden houden op Zondag in plaats van op de 14 de Nissan (Aviv). De bisschoppen van Azië drongen erop aan het Pascha te houden volgens de Hebreeuws kalender, net zoals de Apostelen Philippus en Johannes hen hadden geleerd.
Een niet onbelangrijke kwestie ontstond in die tijd. Want de parochies van Azië hielden vol dat, volgens een oudere traditie, de veertiende dag van de maan moest gehouden worden als het feest van onze Messias’ Pascha, de dag waarop de Joden bevolen werd een lam te offeren…Maar het was niet de gewoonte van de andere kerken in de wereld..Maar de bisschoppen van Azië, geleid door Polycrates, beslisten om vast te houden aan het oude gebruik dat aan hen was overgeleverd. Hijzelf, in een brief die hij schreef aan Victor en de Kerk van Rome, zette in de volgende woorden de traditie uiteen die hem was gegeven.
(Eusebius, Church History, Boek V, Hoofdstukken 23,25, circa 190-195 NC)
Eusebius zegt ook dat Polycrates, een hoogstaand figuur in Azië, persoonlijk naar Bisschop Victor van Rome schreef, om te protesteren tegen zijn beslissing om de datum voor het Pascha van de 14de Nissan (Aviv) te wijzigen naar een Zondag. Polycrates wijst erop dat de traditie om het Pascha te houden volgens de Hebreeuwse kalender was doorgegeven door de Apostelen Philippus en Johannes zelf, en dat deze traditie werd gehouden door generaties van voorname en devote families. Hij dringt erop aan dat alle gelovigen zouden moeten doen wat de Schriften ons opdragen, in plaats van tradities te aanvaarden die door mensen zijn gemaakt.
Wij houden de juiste dag, niets afnemend en niets toevoegend. Want in Azië zijn grote lichten ontslapen, die zullen opstaan op de dag van de komst van de Heer, wanneer hij in glorie zal neerdalen uit de hemel, en al zijn heiligen zal uitzoeken. Onder hen is Philippus, één van de twaalf apostelen, die ontsliep in Hierapolis; en zijn twee bejaarde maagdelijke dochters, en een andere dochter, die in de Heilige Geest leefde en nu in Ephesus rust; en, bovendien, Johannes, die zowel een getuige was als een leraar, die rustte tegen de boezem van de Heer en, priester zijnde, de borstplaat droeg. Hij ontsliep in Ephezië. En Polycarpus in Smyrna, die een bisschop en martelaar was; en Thraseas, bisschop en martelaar van Eumenia, die ontsliep in Smyrna.. Waarom moet ik de bisschop en martelaar Sagaris vernoemen, die ontsliep in Laodicea, of de gezegende Papirius, of Melito, de eunuch, die helemaal leefde in de Heilige Geest, en die in Sardis ligt, wachtend op het episcopaat van de hemel, wanneer hij zal opstaan uit de doden ? Al dezen hielden de veertiende dag van het Pascha volgens het Evangelie, in geen enkel opzicht afwijkend maar de regel van het geloof volgden. En ook ik, Polycrates, de minste onder jullie allen,doe alles volgens de traditie van mijn familileden, van wie ik sommigen nauwlettend heb gevolgd. Want zeven van mijn familieleden ware bisschoppen ; en ik ben de achtste. En mijn familie heeft altijd de dag gehouden wanneer de mensen de gist verwijderden. Daarom broeders, ik die vijfenzestig jaar in de Heer heb geleefd, en broeders heb ontmoet over de hele wereld, en door alle Heilige Geschriften ben gegaan, ik wordt niet verschrikt door angstaanjagende woorden. Want degenen die groter zijn dan ik, hebben gezegd : ”Wij moeten God gehoorzamen boven mensen”
[Eusebius, Church History, Boek V, Hoofdstuk 24. Vertaald door Arthur Cushman McGiffert. Uittreksel uit Nicene en Post-Nicene Vaders, Serie twee, Volume 1]
Ook al hadden de apostelen Philippus en Johannes persoonlijk aan degenen in Azië geleerd om het Pascha te houden op de 14de Nisan (volgens de Hebreeuwse kalender), toch excommuniceerde de Romeinse Bisschop Victor elke gemeente die het Pascha niet hield op een Zondag (volgens de Romeinse kalender) Ook al waren velen van de andere Bisschoppen ontevreden (want zij wisten dat wat Polycrates gezegd had correct was) toch won het Romeinse Bisdom het pleit. Ook al werd eenheid in de kerk behouden, toch was er geen eenheid betreffende loyaliteit aan de Schrift, maar aan het Romeinse Bisdom. Degenen die het Pascha hielden op de 14de Nisan (volgens de Hebreeuwse kalender) werden uiteindelijk ondergronds verdreven. De Quarto-decimaanse Controverse toont ons hoe de Romeinse kerk probeerde de ingestelde feesttijden en de Wetten van Mozes te veranderen (zoals geprofeteerd over de “Kleine Hoorn” in Daniel 9:25).
Zoals we uitleggen in Nazarene Israel, begon de macht zich te centraliseren in het Bisdom van Rome, onmiddellijk na de vernietiging van Jeruzalem en de dood van de apostelen. De Romeinse Bisschop begon uit te vaardigen dat heidense symbolen en heidense feesten legitiem waren, ook al was dit een rechtstreekse schending van de Wetten van Mozes (die ons vertellen alle niet-geboden beeltenissen en alle niet-geboden feesten te vermijden).
Devarim (Deuteronomium) 4:19
19 “En als U omhoog kijkt en de zon, de maan en de sterren ziet, laat U er dan niet toe verleiden daarvoor neer te knielen en te vereren wat Yahweh uw God, voor de andere volken op aarde heeft gemaakt.”
Ondanks Yahweh’s waarschuwing, bleef de Rooms Christelijke feestkalender de dagen aannemen die gebaseerd waren op de beweging van de zon, de maan en de sterren. Hoewel de exacte formulering niet bewaard is gebleven, besloot de Romeinse kerk tijdens het Concilie van Nicea (ca. 325/326 CE) dat Pasen moest worden gevierd over de hele wereld op de zondag die volgde op de 14e dag van de ‘Paschalis maan’. Nochtans de maan werd enkel als “Paschalis ”beschouwd als de 14de dag NA de lente-equinox viel. Vermits de equinox nergens in de Schrift wordt vermeld, is dit weer een voorbeeld van hoe de Christenen Yahweh’s Geboden de rug toekeerden., en in plaats daarvan hun eigen dagen, gebaseerd op de bewegingen van zon, maan en sterren instelden. Dit is ten strengste verboden.
Sommige christenen vragen zich af : wat is er mis met het instellen van onze eigen dagen voor de verering van Yahweh ? .Om dit te beantwoorden, laten we kijken naar de zonde van het gouden kalf.
Shemote (Exodus) 32:4-5
4 Aäron smolt het goud en goot het in de vorm van een kalf. De Israëlieten riepen: “O Israël, dit is de god die ons uit Egypte heeft bevrijd!”
5 Toen Aäron zag hoe blij de mensen met hun god waren, bouwde hij een altaar voor het kalf en kondigde aan: “Morgen vieren we een groot feest voor Yahweh!”
Ook al verklaarde Aaron dat het een feest was ter ere van Yahweh, voelde Yahweh zich helemaal niet vereerd. Integendeel, Hij werd woedend op Zijn volk omdat ze feesten hielden die Hij niet ingesteld had.
De enige reden dat het word “Pasen” (Easter) in de King James versie voorkomt is omdat het een verkeerde vertaling was van het Griekse woord “Pascha” wat Passover betekent. (Wij hebben het Griekse woord vetgedrukt.)
Handelingen 12:4 “Hij liet hem bewaken door zestien soldaten, die om de beurt, met z’n vieren, de wacht moesten houden. Want Herodes wilde Petrus pas na het Passover in het openbaar laten terechtstaan. |
TR Acts 12:4 ον και πιασας εθετο εις φυλακην παραδους τεσσαρσιν τετραδιοις στρατιωτων φυλασσειν αυτον βουλομενος μετα το πασχα αναγαγειν αυτον τω λαω |
Verder zegt Paulus ons niet dat we Pasen moeten houden, maar eerder het Feest van Ongezuurd Brood (dat een vervolg is op Passover)
Qorintim Aleph (1 Korinthiers)5:8
8 “Laten wij dat dan ook blijven vieren, niet met oud gist of met gist van kwaad en schande, maar met het ongegiste brood van zuiverheid en waarheid.”
Handelingen 20:6 toont ons dat de discipelen nog steeds het Feest van het Ongezuurde Brood vierden (en niet Pasen), vele jaren na de Verrijzenis van Yeshua.
Ma’asei (Handelingen) 20:6
6 Na de dagen van Ongezuurd Brood vertrokken wij per boot uit Filippi en kwamen vijf dagen later in Troas aan, waar wij de anderen ontmoetten. Wij bleven daar een hele week.
In Handelingen 27:9 hielden de discipelen de Dag van Verzoening, hier de “Vasten” genoemd omdat het herdacht wordt door te vasten. (De reden waarom de reis “gevaarlijk” was, was dat de Dag van Verzoening in de herst valt. Reizen per boot op de Middellandse zee kan dan stromachtig zijn.)
Ma’asei (Handelingen 27:9-10
9 Wij hadden veel tijd verloren en door de komende herfststormen werd het varen op zee nu wel erg gevaarlijk. Daarom waarschuwde Paulus de bemanning en de soldaten.
10 “Mannen”, zei hij. “Ik voorzie een zware reis. Het schip en de lading lopen groot gevaar. En dat niet alleen: Er staan ook mensenlevens op het spel!”
De apostel Paulus bleef het Pinksteren van Yahweh’s originele kalender houden.
Qorintim Aleph (1 Korinthiers) 16:8
8 Ik blijf echter nog tot Pinksteren in Efeze….
We weten dat Paulus het Pinksteren hield volgens de Hebreeuwse kalender (en niet volgens de Romeinse) omdat hij naar Jeruzalem ging in plaats van naar Rome.
Ma’asei (Handelingen) 20:16
6 “Paulus had namelijk besloten Efeze niet aan te doen om in Asia geen tijd te verliezen. Hij had haast omdat hij, als het even kon, met Pinksteren weer in Jeruzalem wilde zijn.”
Als het voor de apostelen juist was om deze feesten te houden, waarom zouden wij het dan anders willen doen ? De apostelen ontvingen zelfs de gave van de Heilige Geest omdat ze de feesten hielden zoals Yahweh het bevolen had. Dit toont aan dat zelfs na Jesjoea’s opstanding, het houden van Jahweh’s feesten nog steeds belangrijk is.
Ma’asei (Handelingen) 2:1-2
1 Op de Pinksterdag waren zij allemaal bij elkaar gekomen.
2 In eens kwam er uit de hemel een geluid, alsof er een storm opstak. Het was in het hele huis te horen
In Kollosenzen 2:16-17 vertelt de apostel Paulus ons dat de Sabbat, de Feesten en de Nieuwe Maan-dagen allemaal profethische afschaduwingen zijn van dingen die “nog staan te gebeuren”. Dit betekent dat, net zoals Yahweh zegeningen uitstortte over degenen die Zijn feesten hielden in het verleden, Hij dat opnieuw zal doen over degenen die zijn feesten zullen houden in de toekomst. De ware betekenis van de Schrift gaat echter verloren in de meeste grote versies, waaronder de King James Version, die de betekenis van de passage omkeert door twee toegevoegde woorden – “dagen” en “is”.
Kolossenzen 2:16-17 16 “Laat u dus door niemand bekritiseren over wat u eet of drinkt. En of u zich al of niet aan feestdagen en rustdagen moet houden. 17 Dit soort dingen zijn immers maar tijdelijk. Zij zijn slechts een schaduw van toekomstige zaken. Maar ons lichaam behoort aan Christus toe. |
TR Colossians 2:16 (16) Mη ουν τις υμας κρινετω εν βρωσει η εν ποσει η εν μερει εορτης η νουμηνιας η σαββατων (17) α εστιν σκια των μελλοντων το δε σωμα του Xριστου |
Wegens de twee meegeleverde woorden (“dagen” en “is”) leidt de KJV de lezer ertoe om te concluderen dat we niemand moeten toelaten ons te zeggen wat te eten, wat te drinken, of welke dagen van aanbidding te houden. Als wij deze toegevoegde woorden tegen de nominale waarde aanvaarden, kunnen we gemakkelijk concluderen dat het geen verschil maakt of we de Sabbat en de Feestdagen houden, of we op Zondag aanbidden, of we Kerstmis, Pasen, het Chinese nieuwjaar, de Ramadan of welke andere feestdag dan ook houden. Andere vertalingen maken soortgelijke veranderingen in de tekst, en deze veranderingen helpen over het algemeen het idee te bevorderen dat Jesjoea werkelijk kwam om de wet en de profeten af te schaffen, ook al is dit in strijd met Zijn eigen woorden in Mattheüs 5:17-19.
De Schrift zegt zeer duidelijk dat we niets mogen toevoegen of afnemen van de Geschriften (Deut. 4:2, Spreuken 30:6 enz ) Daarom, eens we ons gerealizeerd hebben dat de toegevoegde woorden “dagen” en “is” niet in de oorspronkelijke teksten voorkomen, zouden we die moeten wegnemen uit de Engelse vertalingen.
16 Laat u dus door niemand bekritiseren over wat u eet of drinkt. En of u zich al of niet aan feestdagen en rustdagen moet houden.
17 Dit soort dingen zijn immers maar tijdelijk. Zij zijn slechts een schaduw van toekomstige zaken. Maar enkel het lichaam van Christus.
Hier zijn drie belangrijke ideeën (1-2-3)
1. Laat u dus door niemand bekritiseren over wat u eet of drinkt. En of u zich al of niet aan feestdagen en rustdagen moet houden.
2. Dit soort dingen zijn immers maar tijdelijk. Zij zijn slechts een schaduw van toekomstige zaken
3. Maar enkel het lichaam van Christus.
Als we samenvatten zegt de Apostel Paulus ons (1-2-3)
1. Laat niemand U veroordelen omwille van het vlees dat U eet, wat u drinkt of welke religieuze feesten U moet houden.
2. Want deze voeding, dranken en feestdagen zijn allemaal profetische afschaduwingen van dingen die nog moeten komen.
3. Laat daarom enkel het Lichaam van de Messias U zeggen wat U mag eten of drinken, en welke feestdagen U moet houden.
Degenen die de Wetten van Mozes niet volgden veroordeelden de Nazareërs, en Paulus zei dat ze niet naar hen moesten luisteren (omdat ze niet echt van het Lichaam van de Messias waren). Dit wordt duidelijk als we de clausules beter rangschikken om het Engels duidelijker leesbaar te maken ((3-1-2) Paulus zegt dat we enkel het Lichaam van de Messias moeten toelaten ons te oordelen met betrekking in tot wat we eten, wat we drinken, en welke feestdagen we moeten houden, omdat deze allemaal profetische voorafschaduwingen zijn van zegeningen die nog moeten komen.
Koloss. 2:16-17, opnieuw geordend (3-1-2)
“Laat niemand (behalve het Lichaam van de Messias) U oordelen wat betreft vlees, of drank, of het houden van een heilige dag, of van de nieuwe maan, of voor de Sabbat ; want de feesten zijn afschaduwingen van dingen die (nog) moeten gebeuren.
WAT Paulus echt bedoelde wordt helemaal niet weerspiegeld in de NIV, integendeel. De NIV laat uitschijnen dat we onze zin kunnen doen (vermits de Messias toch gekomen was om de wet en de profeten af te schaffen)
Kolossenzen 2:16-17
16 Laat u dus door niemand bekritiseren over wat u eet of drinkt. En of u zich al of niet aan feestdagen en rustdagen moet houden.
17 Dit soort dingen zijn immers maar tijdelijk. Zij zijn slechts een schaduw van toekomstige zaken. Maar ons lichaam behoort aan Christus toe.
De King James, de NIV en en meeste christelijke versies suggereren dat, zolang U weet dat Yeshua de Messias is, het geen verschil maakt welke dag van aanbidding U houdt, vermits de feestdagen toch enkel afschaduwingen zijn van de dingen die “nog moeten komen”.
Echter, dit is het tegenovergestelde van wat Paulus zei.
De Wetten van Mozes worden in het Hebreeuws de “Torah” genoemd. Zoals we uitleggen in de Nazarene Israel studie, is de Torah een lijst van instructies die Yeshua’s Bruid verondersteld wordt te volgen om zichzelf te reinigen, en het is ook de huwelijksovereenkomst van Israel. Volgens de Joodse traditie, werd de Torah voor het eerst gegeven aan Israel op de berg SinaÎ op Pinksteren. Duizenden jaren later werd de Heilige Geest uitgestort op degenen die zich op de juiste plaats bevonden op het ingestelde tijdstip. Er zijn dus al minstens twee vervullingen van het Pinksterfeest geweest (en Kolossenzen 2:16-17 vertelt ons dat er nog meer op komst zijn).
De Westerse Griek-Romeinse denkwijze is vrij rechtlijnig en kan “controlelijst georiënteerd” zijn. Westerse geesten denken dikwijls dat profetieën slecht éénmalig vervuld worden. Echter de Hebreeuwse denkwijze is cyclisch, en profetieën kunnen dus meerdere vervullingen hebben. Een goed voorbeeld hiervan is hoe de Schrift ons toont dat er meerdere vervullingen zullen zijn van het tabernakelfeest.
De Kerk heeft lang geleerd dat de Messias op 25 december werd geboren. Maar als we erover nadenken, kan Jesjoea niet in december geboren zijn, want Lucas 2:8 laat ons zien dat er herders waren die de wacht hielden over hun kudden, maar in Israël laat men in de winter de kudden niet grazen, want dan is er niets te eten.
Luqa (Lukas) 2:7-8
7 Toen zij in Bethlehem waren, moest Maria bevallen. Zij bracht haar eerste kind ter wereld, een jongen. Zij wikkelde hem in doeken en legde hem in een voerbak, want in de herberg van het dorp hadden Jozef en Maria geen onderdak kunnen vinden.
8 Die nacht kwam een engel van God bij enkele herders, die buiten in het veld overnachtten en op wacht zaten bij hun kudde.
Vanuit profetisch standpunt bezien, zou het logischer zijn dat Yeshua op de eerste dag van het Tabernakelfeest zou geboren zijn, omdat dat een vervulling zou zijn van de eerste dag van het Feest.
Yochanan (Johannes) 1:14
En het Woord kreeg een menselijk lichaam en woonde onder ons…
Het word “dwelt” (woonde) is het Griekse word “skenoo. In Strongs NT4637, betekent het “tabernakelen”
NT:4637 skenoo (skay-no’-o); van NT:4636: verblijven in een tent of kamperen, (figuurlijk) om te bezetten (als een huis) of (specifiek) om te verblijven (zoals God verbleef in het oude Tabernakel, een symbool van bescherming en samenzijn).
Wat Johannes dus echt zei, was dat Yeshua mens werd en onder ons verbleef (tabernakelde).
Yochanan (Johannes) 1:14 (geïnterpreteerd)
En het Woord werd mens en tabernakelde onder ons.
Dus is het volkomen logisch dat Leviticus 23 alle in het land geboren Israëlieten beveelt om drie keer per jaar naar Jeruzalem te gaan. Eén van deze drie pelgrimstochten is het Tabernakelfeest (loofhuttenfeest) Gedurende dit feest moet heel Israel in loofhutten wonen (tijdelijke verblijven) voor zeven dagen. In het Hebreeuws worden deze tijdelijke verblijven sukkot genoemd. In het Engels worden ze dikwijls booths genoemd, in het Nederlands loofhutten..
Vayiqra (Leviticus) 23:42
42 Gedurende die zeven dagen zal iedere geboren Israëliet in een loofhut wonen.
Vermits Joden zeer traditionele mensen zijn, waren de leringen van de rabbijnen in de eerste eeuw waarschijnlijk dezelfde als die van vandaag : voor gezondheids- en veiligheidsredenen mag ieder die ziek, oud of zwanger is, in plaats van in een loofhut, ook een kamer huren in een gastenhuis. Echter, ook al was Miriam (Maria) zwanger, er was geen plaats in een gastenhuis, en daarom verbleven Jozef en Miriam in een tijdelijk verblijf (in dit geval een loofhut of een dierenverblijf), wat een vervulling was van Leviticus 23.
Ook al zou het een beproeving lijken dat Miriam in een tijdelijk verblijf moest bevallen, zo werd de geboorte van Yeshua een vervulling van het Feest. Ook al had Yeshua dus al de profetische aspecten van het Loofhuttenfeest vervuld, toch zegt Zacharia 14 ons dat er nog een andere vervulling zal zijn.
Zacharia 14:16-17
16 “Daarna zullen alle overlevenden van de plaag jaarlijks naar Jeruzalem reizen om de koning, Yahweh van de hemelse legers, te aanbidden en het Loofhuttenfeest te vieren.
17 Elk volk ter wereld dat weigert naar Jeruzalem te gaan om de koning, Yahweh van de hemelse legers, te aanbidden, zal geen regen krijgen.”
En als dit nog niet genoeg is om te bewijzen dat de Feesten profetische afschaduwingen zijn van dingen die nog moeten komen, is er nog een andere profetische vervulling van het Loofhuttenfeest in het boek Openbaring.
Hitgalut (Openbaring) 21:3-4
3 Ik” hoorde een luide stem uit de troon zeggen: “Elohim’s huis staat nu bij de mensen. Hij zal bij hen wonen. Zij zullen Zijn volk zijn en Hij zal Zelf bij hen zijn.”
4 en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschrei, noch pijn zal er meer zijn; de eerste dingen zijn voorbijgegaan.”
Paulus vertelde ons dat we enkel het Lichaam van de Messias ons mogen laten zeggen welke dagen van aanbidding te houden, omdat hij wou dat we de zegeningen ontvangen voor het houden van de dagen die Yahweh ingesteld heeft.
Ondanks dit alles werd in 311 AD naar verluidt een Romeinse generaal, Constantijn genaamd, gered en begon verschillende burgeroorlogen, en werd uiteindelijk Keizer van Rome. Hij vaardigde het Edict van Milaan uit, dat officieel een graad van religieuze tolerantie in het Romeinse Rijk verkondigde. Echter, deze religieuze tolerantie was vooral bedoeld voor Torah-loze Christenen gelijk hij, maar werd geweigerd aan degenen die vasthielden aan het originele Israelitische geloof. In 336 AD vaardigde hij een aankondiging uit, waarin stond dat Christenen niet moesten “judaïzeren” door op de Sabbat te rusten, maar dat ze moesten rusten op de “dag van de Heer” (dus de zondag).
“Christenen moeten niet “judaIzeren” door op de Sabbat te rusten, maar moeten op die dag werken en liever de “dag van de Heer (Zon-dag) eren door te rusten indien mogelijk.
Echter, als er iemand (Nazarener) gevonden wordt die “judaïzeert”, laat hem dan afgesloten worden van Christus.
(In andere vertalingen staat “laat hem door Christus gehaat worden”)
[Concilie van Laodicea, onder Keizer Constantijn ; Canon 29, circa 336 AD]
Driehonderd jaar na Yeshua, verbood de Kerk van Rome officieel het geloof dat oorspronkelijk aan de heiligen geleverd was.
Maar waarom werd aan Keizer Constantijn de toelating gegeven het oorspronkelijke geloof te onderdrukken (en de kalender te veranderen) ? De Schriften zeggen dat niet, maar het zou kunnen dat Yahweh wist dat de wetteloze Christelijke variatie van het geloof zich veel sneller zou verspreiden in de wereld dan de Torah-houdende, en dat het op die manier, ook al was het niet waar en correct zoals het originele Nazareense Israelitische geloof, het toch het geloof in redding door een Messias van Israel zou bevorderen en verspreiden.
Nu komen we op het keerpunt.. Terwijl de Vader vroeger een oogje toekneep voor onwetendheid, wil Hij nu dat alle mensen, overal, zich bekeren en begint te leven volgens de instructies die door middel van Mozes gegeven werden, en waarvan gezegd wordt dat ze voor ons eigen bestwil dienen.
Devarim (Deuteronomy) 10:12-14
12 “En nu, Israël, wat verlangt Yahweh, uw God, anders van u dan dat u met eerbied en ontzag luistert naar alles wat Hij zegt. Dat u voor uw eigen bestwil de geboden die ik u vandaag geef, gehoorzaamt en dat u van Hem houdt en Hem dient met heel uw hart en ziel?
14 Alle hemelen behoren toe aan Yahweh, uw God, ook de aarde met alles wat daarbij hoort.
Indien Yahweh ons deze instructies gegeven heeft voor onze eigen bestwil, waarom zouden we die dan niet gretig omarmen als de goddelijke zegening die ze zijn.?